Vissen en schaatsen
De Poele is tegenwoordig ook een geliefd visplekje voor de jeugd en zorgt voor verfrissing in de zomer en spierverwarming als geliefd schaatsplekje in de winter.
De poele is eigenlijk een pingo. Het is een overblijfsel uit de laatste ijstijd.
Ze komen veel voor in het Westerkwartier, in Drenthe worden ze vennen genoemd en in Friesland poelen , ze werden veel gebruikt als drinkplaats voor het vee.
Als een van de eerste activiteiten werd deze dichtgegroeide pingo in 1997 opgeknapt door SBB.
In de “vrijwilligersmond “werd de pingo al gauw de poele van (Nico) Boele genoemd.
In de poele werd een drijvende steiger geplaatst, een fijn mijmer plekje voor de ouderen en een vis plekje voor de jeugd. Bij grotere schoolactiviteiten is het ook een fijne plek om met z’n allen het drijfvermogen van de steiger te testen.
De waterpartij gelegen voor de werkschuur is rond van vorm en is ontstaan als een pingo.
De Poele is tegenwoordig ook een geliefd visplekje voor de jeugd en zorgt voor verfrissing in de zomer en spierverwarming als geliefd schaatsplekje in de winter.
Het Groninger Westerkwartier is rijk aan verschillende waardevolle natte landschapselementen met wonderlijke namen. Zo spreken we in onze omgeving wel over pingo’s, vennen, dobben, poelen en petgaten.
Het Groninger Westerkwartier is rijk aan verschillende waardevolle natte landschapselementen met wonderlijke namen. Zo spreken we in onze omgeving wel over pingo’s, vennen, dobben, poelen en petgaten. Maar waarin verschillen ze dan? Door hun eigen ontstaansgeschiedenis en bovendien verschilt de benaming per regio. Pingo’s kennen we in Drenthe als vennen, in Friesland worden ze doorgaans dobben genoemd. Poelen zijn in principe door de mens gegraven plassen, bijvoorbeeld als drinkplaats voor het vee. Naast de houtsingels zijn pingo’s, vennen, dobben, poelen (en de hieruit door vervening ontstane zgn. petgaten) zeer markant voor het Zuidelijk Westerkwartier.